Liturgie
Woensdag 28 december 2022
Bovenkerk
08.30 - 9.00 uur
Psalm 90 (Nieuwe Psalmberijming)
1 Heer, U bent onze schuilplaats in gevaren.
Al generaties lang wilt U ons sparen.
Nog voor de bergen uit de aarde rezen,
voor U het land een plek had toegewezen,
was U al God; dat blijft U voor altijd,
van eeuwigheid en tot in eeuwigheid.
2 De mens, aan wie U adem hebt gegeven,
keert weer tot stof, lang laat U hem niet leven.
Voor U zijn duizend jaar zo omgevlogen,
alsof het maar een dag was in uw ogen.
Een mensenleven is van korte duur,
een wake in de nacht, een enkel uur.
3 Ons leven gaat voorbij als een gedachte.
Als in een zucht vervliegen onze krachten.
Zeventig jaar, als we dat al bereiken,
zullen vol moeite en verdriet verstrijken.
Al halen we misschien de tachtig jaar,
toch is het beste van ons leven zwaar.
4 Vergoed ons, Heer, de moeitevolle jaren.
Laat ons nu zorgeloos geluk ervaren.
Toon onze kinderen uw grote daden.
Heer, onze God, verschijn met uw genade.
Bevestig zelf het werk van onze hand;
het werk van onze hand, houd dat in stand.
Psalm 90
Voorganger
Gemeente
1 Een gebed van Mozes, de dienaar van God.
Heer, U bent door de eeuwen heen
een schuilplaats voor ons geweest.
2 Nog vóórdat de bergen ontstonden,
nog vóórdat U de aarde had gemaakt,
was U al God.
Voor eeuwig bent U God.
3 Maar tegen de mens heeft U gezegd:
"Je bent sterfelijk en je zal weer stof worden."
4 Voor U zijn duizend jaar niet meer dan één enkele dag.
Want in een oogwenk zijn ze voorbij.
5 U veegt de mensen weg.
Ze verdwijnen, als een droom.
Ze zijn net als het gras:
6 's morgens bloeit het nog, 's avonds wordt het afgesneden en verdroogt het.
7 Uw boosheid vernietigt ons.
Door uw woede loopt het slecht met ons af.
8 U ziet al onze ongehoorzaamheid,
ook de slechte daden die verder niemand ziet.
9 Als U boos op ons bent, komt er een einde aan ons leven.
Ons leven gaat snel voorbij, zo snel als een gedachte.
10 We leven 70 jaar, als we sterk zijn misschien 80 jaar.
En zelfs in onze beste jaren hebben we zorgen en verdriet.
Plotseling is ons leven voorbij, want de tijd vliegt.
11 Wie begrijpt werkelijk hoe vreselijk boos U bent?
Wie heeft werkelijk voldoende ontzag voor uw woede?
12 Leer ons zó te leven,
dat wij er wijs van worden.
13 Kom alstublieft terug, Heer.
Hoelang zal uw woede duren?
Heb alstublieft medelijden met ons!
14 Stort alstublieft elke morgen uw liefde over ons uit,
zodat wij alle dagen van ons leven zullen jubelen en juichen.
15 Maak ons alstublieft zó blij,
dat we zullen vergeten dat U ons gestraft heeft.
16 Laat ons zien wat voor machtige dingen U doet.
Laat ook aan onze kinderen zien wat een machtige God U bent.
17 Laat ons alstublieft zien dat U van ons houdt, onze Heer God.
Zegen alles wat we doen.
Als U het zegent, zal het goed zijn.
AMEN
Liedboek 2013 | 909
1 Wat God doet, dat is welgedaan;
Zijn wil is wijs en heilig.
’k Zal aan zijn hand vertrouwend gaan,
Die hand geleidt mij veilig;
In nood is mij
Zijn trouw nabij;
Ja, Hij, de Heer der Heeren,
Blijft eeuwig wijs regeren.
2 Wat God doet, dat is welgedaan;
Zijn woord eischt mijn vertrouwen.
Hij leidt mij op de regte baan,
’k Mag daar zijn liefd’ aanschouwen;
Hij geeft mij kracht;
Zijn hulp, zijn magt
Redt mij uit smart en banden:
Mijn lot rust in zijn handen.
5 Wat God doet, dat is welgedaan;
Nooit zal de moed m’ ontzinken.
Biedt Hij den lijdenskelk mij aan,
’k Zal dien gewillig drinken.
God, wijs en goed,
Mengt zuur en zoet,
Naarmate wij ’t behoeven;
Hij troost ook in ’t bedroeven.
6 Wat God doet, dat is welgedaan;
Zijn trouw blijft mij ten hoede;
Zijn liefde doet geen kwaad ontstaan,
’t Werkt alles meê ten goede;
Als God mij leidt,
Zal ’k, wel bereid,
Mijn hoogst en reinst verlangen
In d’ eeuwigheid ontvangen.
Lukas 5: 4-11
Toen Hij uitgesproken was, zei Hij tegen Simon: "Ga naar diep water en gooi je netten in het water om te vissen." Simon antwoordde: "Meester, we hebben de hele nacht [het hele jaar] hard gewerkt en niets gevangen. Maar omdat Ú het zegt, zal ik de netten in het water gooien." Toen ze dat hadden gedaan, vingen ze zoveel vis dat de netten bijna scheurden. Ze wenkten hun vrienden in de andere boot dat ze moesten komen helpen. Samen vulden ze de twee boten met vis.
Mattheus 6: 33-34
33 Geef het Koninkrijk van God en het doen van Gods wil de eerste plaats in jullie leven. Dan zal Hij jullie al deze dingen geven. 34 Maak je dus geen zorgen over de volgende dag [het volgende jaar]. Want de volgende dag [het volgende jaar] zal weer zijn eigen zorgen met zich meebrengen. Elke dag dag [elk jaar] heeft genoeg aan zijn eigen problemen."
Stiltevragen
Sta eens stil bij het afgelopen jaar…
Waarvoor ben je dankbaar?
Wat zijn je verlangens voor de toekomst of is alles naar wens verlopen (dat kan ook)?
Staat God bij jou op de eerste plaats en durf je op Hem te vertrouwen; ook als Hij je vraagt om het anders te doen dan je gewend bent?
Verbonden in Christus:
Jeroen Kanis | sozomission@gmail.com | 06-26454564